donderdag 15 oktober 2015

Over het dragen van tegenspoed.

(Afgeleid uit dat verheven werk van die zeer wijze: Calvijns Institutie.)
Het heeft geen zin ze eens over te lezen. Men moet ze onthouden om in tegenslag wapen en moed te hebben.

De tegenspoed is de weg pad naar het grootste heil. Ook werelds gesproken de grootste daden, de mooiste hoogten. Wat met gemak verkregen kan worden heeft geen waarde. Maar meer dan menselijk en werelds heil is hemels heil, waarlijk het hoogste heil.
Tegenslag leert ons verstaan hoe groot onze eigen zwakheid is.
Tegenslag breekt daarmee onze aanmatigheid en zelf-vleierij, onze zelfmisleidende trots.

Het is de grond voor de grootste schoonheid, de innerlijke. Door geduldig lijden van tegenslag leert men ware nederigheid, de edelste schoonheid die een mens hemels doet schitteren.

Ons vlees is als wilde paarden. Zijn die enkele dagen goed gevoed zonder werk, dan zijn ze haast niet meer te temmen. Daarom is tegenslag nodig.

Wie in verdrukking vertrouwend op Gods steun staande blijft leert volharding, en leert daarmee dat God ons waarlijk bijstaat.
Het is een grote eer te lijden om der gerechtigheid wil, te beseffen dat God ons dat waardig gekeurd heeft is een bijzondere vertroosting. Het geldt niet alleen die lijden om het evangelie maar om iedere bescherming der gerechtigheid.

Wijze en edele woorden van die grote man, Paulus:
Wij zijn in druk, maar niet in het nauw.
Om raad verlegen, maar niet radeloos.
Vervolgd, maar niet verlaten.
Ter aarde geworpen, maar niet verloren.

Om de vrome harten van wanhoop verre te houden is geschreven:
Dat Christus heeft geweend om eigen en ander verdriet, Hij heeft die treuren zalig gesproken. De schrift looft de vromen wegens hun kracht der verdraagzaamheid.
En die lijdt is gerust want weet: De Here heeft het gewild.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten