dinsdag 28 april 2015

Over het vraagstuk van het lijden.

Het vraagstuk van het lijden stelt: Als God almachtig en goed is, waarom is er dan lijden?

Het onmiddellijke en kortste, maar ook ondiplomatieke, antwoord luidt: omdat lijden goed is. Een antwoord dat zal leiden tot misverstanden, daarom een wat langer antwoord: omdat zonder de kans op kwaad er geen bestaan kan zijn, terwijl bestaan zelf goed is.

Het antwoord op de vraag komt voort uit het wezen van bestaan. Stel een wereld zonder lijden, ofwel een wereld zonder kwaad (in de vraag wordt lijden gelijk gesteld met kwaad omdat gesteld wordt dat als God goed en almachtig is er geen lijden zou moeten zijn). Een wereld zonder kwaad is gelijk aan een wereld zonder de kans op kwaad. Dit is uiteindelijk een volledig voorbestemde wereld, zie verder. Als alles voorbestemd is is er geen bestaan, alleen een leerstuk, een theorie, alles is afgerond, er is stilstand. Bestaan is niet.
Mogelijk stelt men dat er alleen meer "goed" en minder "goed" is en dus onbestemdheid en daardoor dus bestaan. Maar de reden waarom men handelt is vanwege een hoop op een, zoals men dat ziet, goede uitkomst. Als de minste uitkomst een "minder goed" is, is dat al gegeven, de beweegreden is een hoop op een betere uitkomst. Als die niet uitkomt is er dus een verlies, en dus een kwade uitkomst. Wat goed of kwaad is is altijd betrekkelijk, het is een beoordeelde uitkomst vergeleken bij een andere mogelijke uitkomst.
Bij de onmogelijkheid tot kwaad is er dus geen bestaan.
Dus als men zou stellen dat God niet almachtig en goed kan zijn omdat de mogelijkheid tot kwaad moet bestaan voor bestaan, dan is zoals eerder gesteld, het antwoord daarop dat bestaan op zichzelf goed is. Alles wat bestaat heeft een bepaalde, meer of mindere, waarde. Bij geen bestaan is er geen waarde, dit is eenvoudig slecht, ofwel kwaad. Op grond daarvan is die betekenis van goed niet goed te noemen want het uitbannen van lijden zou niet goed zijn.

Waar komt de vraag uit voort?
Uiteindelijk komt de vraag voort uit een beperkte kennis van waarde en beginselen rond goed en slecht.
Vanwege het verlies van grotere waarden in onze huidige tijd, er is geen ernstige waardenvereenzelviging met zaken voorbij de eigen levenstijd (gemeenschap, overleveringen, godsdienst), de waarden verminderen in tijdspanne tot het punt dat men goed gelijk gaat stellen aan onmiddellijk goed gevoel. Daaruit dan volgt de opvatting dat slecht gevoel, lijden, gelijk staat aan kwaad. Iemand met een diepere waardenkennis zal gelijk aanvoelen dat de vraag op gebieden mank is, maar dat is iets anders dan een verstandelijke ontleding geven, welke ik getracht heb met dit stuk.