dinsdag 1 juli 2014

Geloof is het Licht Gods zien.

De enige manier om het kwaad te overwinnen is om een groter licht te bezitten. De enige manier om een ellende te overwinnen is om een groter geluk te hebben. De enige manier om een breuk te overkomen is een sterkere heler te bezitten. En de enige manier om het lijden van het nu te overwinnen is een groter schat aan het eind van het lijden te bezitten.

Geloof en christen zijn is Gods schitterend licht te zien, Zijn heerlijkheid en glorie, Zijn weldoenendheid, Zijn glans, Hij die koelte geeft in de hitte en warmte in de kou. Het is niet een bepaald stelsel aanhangen, een redenering of koud feit, maar de schone glans Gods zien, het Grote Geheimenis onthuld gehad, waaruit een stelsel, redenering en werken volgen, maar die redelijkerwijs, zoals een middel een doel volgt, ten laatste komen.

Zij die een leegte hebben in stede van dit Licht zullen door uiterlijkheden, uiterlijke krachten worden geleid in doen en denken. Naar uiterlijk oordelen, zoals naar redeneringen, naar theorie en feiten, niet naar het hart. Deze armen, dolende in duistere mistige laagliggende moerassen, kunnen alleen dat zien. Hoe zijn zij op te heffen? God wenst niet de dood van de zondaar, maar zijn redding. Hoe anders dan hun dat heerlijke stralende Licht voor te houden? Maar hoe kan men dit als men deze zondaren niet lief heeft? Zoals God ons opdraagt “Heb uw vijanden lief, bídt voor hen die u vervolgen.” Lief hebben die met nijd ons willen doen struikelen, met indringende haat en duister gemoed ons te niet willen doen. En dit kunnen wij als wij het grotere licht zien, het groter geheel, voorbij die strijd; dan zien wij niet ons en onze vijand, alleen maar God, de apostelen, de heiligen en de engelen en hun oordeel. Dan zien wij het belangrijkste geschiedden op aarde, die wereldomkerende gebeurtenis, de Grote Opoffering (de kruisiging).  Het geldige oordeel is van het hart niet uiterlijke krachten, kracht van het hart niet van de arm. Die zich richt op de uiterlijke krachten maakt zich als een primitief beest, die alleen het tijdelijke en oppervlakkige kent, gedreven door de korte stondegerichte instincten, hij oordeelt het tijdelijke en oppervlakkige. Wie zal een beest, dat geen verstand heeft, slechts oerinstincten, als persoonlijke gevoelde vijand zien? Zal men dan ook een kind, of een grote rollende steen als persoonlijk gevoelde vijand zien? Wat is een steen bij een mens? Een wild beest bij een mens? Een verlorene bij een verkorene?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten